DE SPORTIEVE TOEKOMST VAN DZT'62

Foto: Weekblad voor Deurne

Voordat op dinsdag 21 oktober 2003 Erica Terpstra als voorzitter van NOC*NSF werd gekozen, kwam zij 's maandags bij de Deurnese Zwemvereniging Triton ’62 op bezoek. Samen met de heer Rene Coppens (directeur Rabobank Deurne) en de heer Kees van Hardeveld (programmamanager waterpolo bij de KNZB en oud-bondscoach) maakte zij deel uit van het panel dat samen met ruim 80 leden discussiëerde over de sportieve toekomst van DZT.

De SponzenCommissie van DZT had deze avond georganiseerd omdat het sportieve heden en verleden een stijgende lijn vertoonde. Het niveau van zowel de meer dan 100 wedstrijdzwemmers als de 9 waterpoloteams wordt steeds hoger. De SponzenCommissie vroeg zich af of DZT zich meer moest gaan richten op de aanwezige talenten, of gewoon een gezellig “provincieclubje” moest blijven.

Kees van Hardeveld (onder zijn leiding behaalden de oranje dames twee Europese waterpolotitels) vertelde dat er meer verenigingen in Nederland worstelen met deze vraagstelling. Sommige van deze verenigingen zoeken samenwerking met verenigingen uit de directe omgeving om de talenten samen te laten trainen, anderen handelden naar de waan van de dag en moesten later hun ambitieuze plannen bijstellen. Hij vond het dan ook een goede zaak dat DZT eerst bij haar sportende leden te rade gaat alvorens een beleid op te stellen dat misschien niet wordt gesteund.

Tijdens de introductie van de panelleden aan het publiek kreeg Erica Terpstra de zaal muisstil door op haar karakteristieke wijze haar Olympische finale te schetsen: velen (zowel jong als oud) wilden meteen weer gaan trainen. Later die avond gaf Erica Terpstra aan dat zij getwijfeld had om te komen; de spanningen om het voorzitterschap van NOC*NSF waren haar bijna te veel. Gelukkig was zij aanwezig en zij bedankte bij voorbaat de vele Deurnese vrijwilligers voor hun inzet en enthousiasme voor hun vereniging. In ruil daarvoor staken de vrijwilligers op dinsdag (met succes) een kaarsje voor haar aan.

Hoewel DZT zonder grote sponsers er financiëel gezien goed voorstaat, kaatste Rene Coppens heel terecht de vraag over wat de Rabobank kan betekenen voor de sport in Deurne terug. Voordat men de hand omhoog houdt naar een potentiële sponsor moet men zich als vereniging afvragen was zij kunnen betekenen voor een bedrijf. Een van de uitgangspunten van de Rabobank, zorgdragen dat je kunt doen wat je wil, kan zeker ook voor de sport gelden. Dan hoeft de Rabobank niet gereed te staan, maar kijk wat we voor elkaar kunnen betekenen.

Na deze korte kennismaking werd in een hele ontspannen en enthousiaste sfeer het vervolg van de avond ingezet. Hierin werd de daadwerkelijke discussie over de toekomst gehouden. De vele stellingen die door discussieleider Jeroen van Lierop waren voorbereid bleken niet nodig om de avond aan de gang te houden. Een aantal kernpunten waren voldoende om de aanwezigen in Dans- en Feestcentrum Manders geboeid te houden en de discussie levend.

Blijven streven naar meer
Het werd na deze avond duidelijk dat DZT zich niet tevreden moet stellen met het huidige sportieve niveau en altijd zal moeten streven naar meer. Daarbij zal men er voor moeten waken de ambities niet te hoog te leggen. Topsport is een vak apart waar een vereniging als DZT zich niet in wil en moet mengen. Een brede basis waarin prestaties niet geschuwd worden was de uitkomst na deze discussie.

Al snel kwam ook samenwerking ter sprake. In de relatief kleine gemeenschap zoals Deurne zijn er twee zeer grote zwemverenigingen. Triton is de derde zwemvereniging van de kring Noord-Brabant en zelfs groter dan verenigingen uit plaatsen als Tilburg en Den Bosch. Tijdens deze avond werd duidelijk dat het tijd wordt om mogelijkheden tot samenwerking met anderen, en dan ook met name met de Deurnese Watervrienden, te onderzoeken. Hoe deze samenwerking vorm moet krijgen werd niet duidelijk, maar dat er openingen zijn om het gesprek aan te gaan werd duidelijk.

Gebrek aan zwemwater
Een laatste belangrijk onderwerp dat aan bod kwam was het gebrek aan zwemwater wat nu door de beide zwemverenigingen ervaren wordt. De zoektocht naar meer zwemwater is nog niet opgehouden en meer zwemwater is hard nodig om in de toekomst het huidige niveau van DZT’62 te garanderen. Hier lagen de meningen wat meer verdeeld. De suggestie om elders in de omgeving naar zwemwater te zoeken werd door een deel van de DZT-leden als niet-praktisch afgedaan. Hoe dit dan in de huidige context van De Wiemel moet worden opgelost bleef nog een vraag. Kees van Hardeveld suggereerde dat zwemverenigingen ook gebaat kunnen zijn met droogtrainingen, een suggestie waar de diverse trainers zeker nog hun licht op zullen laten schijnen.

Een eenduidig antwoord op de vraag wat de sportieve toekomst van DZT moet worden werd niet verkregen. De SponzenCommissie zal hierover nog vaker zulke avonden moeten organiseren. Dankzij het diverse pluimage van de panelleden hebben de leden een indruk gekregen wat de sportieve toekomst van DZT kan zijn en wat zij daarvoor moeten doen en wat de mogelijkheden en onmogelijkheden hiervan zijn.