LES 2
(spelersrichting)
Midvoor of midachter?
Indien uit les 1 van deze waterpolocursus is gebleken dat u alle eigenschappen
bezit die u als keeper niet moet hebben, hebt u nu de goeie pagina voor u.
In een spelletje waterpolo zijn er eigenlijk drie soorten spelers:
- de midvoor: deze is meestal vooraan in de aanval te vinden en bezit over
het algemeen een redelijk zwemvermogen
- de midachter: deze speler heeft het minste zwemvermogen en blijft derhalve
op de eigen helft achter. Deze speler ken de fijne, gemene kneepjes van het
spelletje.
- geen van beiden: dit soort spelers hebben het beste zwemvermogen omdat
zij de bal op moeten brengen en de goal dienen te maken.
De midvoor van de ene partij ligt over het algemeen bij de midachter van de
andere partij. Dit is een afspraak, hier kan niet over gediscussieeerd worden.
Er is per partij maar één midvoor en ook maar één midachter. Mocht blijken
dat er meer midvoors of midachters per partij zijn, geldt het recht van de
sterkste (of je wisselt elkaar af).
We gaan nu het onderscheid maken:
Ga hiervoor naar Amsterdam of een andere plaats met een hoger dan gemiddeld
percentage homoseksuelen. Laat u betasten door een persoon van dezelfde sexe.
Als u iets heeft van: "Aaah, gatver, flikker op..." bent u een gewone
veldspeler.
Als de persoon die u betast iets heeft van "Aaah, gatver, flikker op..." bent
u duidelijk een midachter die al veel gemene kneepjes kent.
Als u iets heeft van: "Aaah, jaaah, ga door..." bent u duidelijk
een geboren midvoor.
Het is nu de bedoeling dat de midvoor en de midachter gedurende een wedstrijd
zich alleen met elkaar bezig houden en de gewone veldspeler zich nergens iets
van aantrekt en gewoon ballen op goal blijft gooien.
Het een en ander is door een van de leden van Z.P.V. Piranha uit Enschede keurig samengevat.
Niet geschikt voor jeugdige en/of gevoelige kijkers!
|